De bekeuring
Een bekeuring voor een parkeerovertreding uitgeschreven door een agent van politie is een bevoegdheid die gehaald wordt uit de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV - De wet Mulder). Deze wet regelt onder andere wie wanneer en onder welke voorwaarden een bekeuring mag schrijven voor bepaalde verkeersovertredingen.

Elke agent heeft deze bevoegdheid maar ook andere ambtenaren (art 3 lid 1) kunnen deze bevoegdheid toegekend krijgen bij algemene maatregel van bestuur.

Artikel 3 Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften

  1. Met toezicht op de naleving van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde voorschriften zijn belast de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen ambtenaren.
  2. De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn bevoegd tot het opleggen van een administratieve sanctie ter zake van de door hen of op geautomatiseerde wijze vastgestelde gedragingen aan personen die de leeftijd van twaalf jaren hebben bereikt.
  3. De officier van justitie in het arrondissement waar de in het eerste lid bedoelde ambtenaren optreden, houdt toezicht op de wijze waarop zij van de hun verleende bevoegdheid gebruik maken. Hij kan daaromtrent beleidsregels vaststellen. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent het toezicht op de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde ambtenaren van de hun verleende bevoegdheid gebruik maken en de intrekking van die bevoegdheid.
  4. Het College van procureurs-generaal houdt toezicht op de bij deze wet geregelde handhaving van verkeersvoorschriften. Het geeft daartoe bevelen aan de hoofden van de arrondissementsparketten.

 Omdat voor de politie de prioriteit op andere gebieden ligt dan bij het handhaven van gemeentelijk parkeerbeleid én het beleid zonder handhaving geen enkel nut dient kan ook de gemeente ambtenaren aanwijzen die bekeuringen in het kader van de Wet Mulder kunnen en mogen uitschrijven. Daartoe moeten deze ambtenaren opgeleid te worden tot opsporingsambtenaar.

Een agent van politie heeft algemene bevoegdheden en is daarom een algemeen opsporingsambtenaar (AOA). Een "toezichthouder" heeft "slechts" beperkte bevoegdheden en wordt daarom een Buitengewoon opsporingsambtenaar genoemd (BOA). Deze BOA's kunnen dus handhaven op parkeerovertredingen zoals eerder genoemd.

Omdat deze BOA's ook gemeenteambtenaren kunnen en mogen zijn (en sinds kort zelfs onbezoldigd ambtenaar moeten zijn) kan de dienst Stadstoezicht (of Het gemeentelijk parkeerbedrijf) ambtenaren in dienst nemen en deze opleiden waarna deze ambtenaren onder toezicht van de officier van justitie gaan handhaven op verkeersvoorschriften waaronder parkeerovertredingen.

Opmerking:
Hoewel deze BOA's vaak "slechts" worden gezien als parkeercontroleur is bij hun aanstelling als opsporingsambtenaar een aantal bevoegdheden extra toegekend.

Daarnaast staan ook in de diverse wetboeken (o.a. politiewet, Wetboek van strafvordering) deze buitengewone opsporingsambtenaren genoemd en hebben zij vanuit hun functie vaak meer, veel meer bevoegdheden dan men op het eerste oog zou denken.

Het niet tonen van uw identiteitsbewijs aan een BOA kost u dus exact even veel als wanneer u dat niet wil tonen aan een agent van politie. BOA's kunnen, afhankelijk van hun taakstelling en toegekende bevoegdheden ook bewapend zijn, uiteenlopend van enkel een wapenstok/handboeien tot het volledige pakket inclusief het vuurwapen en de onlangs ingevoerde pepperspray.

Deze BOA is daarin dan uiteraard op dezelfde manier getraind als de agent van politie en dient exact dezelfde jaarlijkse toetsen en examens af te leggen als de reguliere agent van politie.